Het zesde gebod

Gij zult geen onkuisheid begaan. Dit zesde gebod gold blijkbaar niet voor de priester met wie de dertienjarige Paul in de vijftiger jaren te maken krijgt... Wanneer Paul veertig jaar later onverwachts wordt geconfronteerd met de belager uit zijn jeugd - intussen priester af - gaat hij op aanraden van zijn huisarts naar een therapeut. Daar wordt duidelijk dat Paul vol wraakgevoelens zit, en op eigen houtje begint hij een zoektocht naar de priester en naar zijn verleden.